Vakinhoudelijk en didactisch competent
Op de Pabo's zorgt de nieuw vastgelegde Kennisbasis voor een aanzienlijke toename van de studielast voor het reken- en taalonderwijs. Voortaan besteedt de student per week minimaal 5 uur per week aan rekenen en minimaal 5 uur aan taal. Na de propedeuse en aan het einde van de opleiding wordt voortaan getoetst of studenten voldoen aan de eisen die voortvloeien uit de Kennisbasis.
Zonder het halen van deze in heel Nederland identieke toetsen wordt het onmogelijk de hbo-bachelor aan de Pabo met succes af te ronden. De toetsing van de Kennisbasis is zodoende gericht op het borgen van de kwaliteit van de toekomstige onderwijzers op de basisschool.
De Algemene Vergadering van de HBO-raad besloot intussen dat Pabo-studenten zich tijdens hun studie vergaand gaan specialiseren in het lesgeven aan het jonge, of juist het oudere kind. De hogescholen beraden zich nog op de vraag of het moment van de specialisatie meteen bij aanvang van de studie, of na de propedeuse moet liggen.
Meer aandacht voor vakkennis
De tweedegraads lerarenopleidingen hebben voor vrijwel alle afzonderlijke schoolvakken per lerarenopleiding een eigen Kennisbasis beschreven. De kennisbasis bestaat per schoolvak voor 50% uit vakkennis van bijvoorbeeld Frans, of Wiskunde en voor 50% uit praktijkkennis zoals pedagogiek, didactiek en praktijkstages. In het totaal gaat het om 18 Kennisbases voor de 2e graads lerarenopleidingen in de verschillende middelbare schoolvakken.
Ook deze kennis zal na de propedeuse en aan het einde van de opleiding voortaan getoetst worden. Zonder het halen van deze landelijk ontwikkelde toetsen wordt afstuderen als 2e graads leraar onmogelijk. De aankomende periode zullen de lerarenopleidingen de overige kennisbases vastleggen en implementeren.[1]
- Aan het einde van de les met de leerlingen bespreken wat ze geleerd hebben. (reflectie)
- Het blijkt dat veel kinderen de begrippen leren erg moeilijk vinden. Voor elke toets heb ik een puzzel gemaakt (woordzoeker / kruiswoordpuzzel) zodat de leerlingen bezig zijn met de begrippen op een speelse manier. En hopen dat de stof / begrippen beter blijft hangen. (Puzzels bijlage)
- Arrangementen vakdidactiek, bij vakdidactiek hebben we lessen moeten ontwikkelen. Deze lessen heb ik toegepast op mijn doelgroep. (arangement 6, 10)
- Toetsen (arrangement 9)
Hier heb ik tijdens deze periode actief aan gewerkt
- Op welke manier kan ik het beste een handel en verkoop les voorbereiden
Daar ben ik zelf achter gekomen, wat het beste bij mij past. En dat is een heel thema vooraf helemaal voorbereiden. Een powerpoint presentatie maken. Eventueel leuke opdrachten erbij bedenken, soms kleine korte vragen of een uitgebreide opdracht zoals in arrangement 6 of 10 te zien is. Daarnaast is dit ook fijn, omdat ik de ene les heel hard met de leerlingen door kan werken en de ander les gaat het iets langzamer. Als ik alles voorbereid heb, heb ik ook veel meer rust!
- Op welke manier kan ik het beste een les ontwerpen, welke activiteiten moeten in deze les zitten?
Vooral bij vakdidactiek heb ik hier meer inzichten in gekregen, dat is te zien aan de verschillende arrangenmenten. Ook ben ik zelf veel aan het uitproberen in de lessen. Ik probeer een begin, kern en een einde in de les aan te brengen. Ook probeer ik vooraf aan te geven wat we deze les gaan doen. De ene les is dit makkelijker dan de andere. Mijn lessen bestaan voornamelijk uit eerst herhalen van de vorige les. Nieuwe stof en uiteindelijk het verweren van de stof. Dit kan zijn op de manier van opdrachten maken uit het werk boek, maar kan ook door een spel of een opdracht, zoals in arrangement 6 of 10 beschreven. Zo maak ik ook wel eens een puzzel, of laat de leerlingen zelf iets bedenken, want ook zij zijn zeer creatief!
'